Veiligheid

Artikel 6: We hebben allemaal, waar we ons ook bevinden, het recht als persoon erkend te worden voor de wet.

Artikel 7: We zijn allen gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid recht op gelijke bescherming door de wet. Ook bij schending van onze mensenrechten.

Artikel 8: We hebben allemaal, overeenkomstig onze grondrechten, recht op een eerlijke behandeling door bevoegde (inter)nationale rechtbanken.

Artikel 9: Niemand heeft het recht een ander op willekeurig te arresteren, zonder goede reden in de gevangenis te stoppen en daar te houden, of het land uit te sturen.

Artikel 10: Iedereen heeft recht op een eerlijke, openbare behandeling van diens zaak door een onafhankelijke, onpartijdige rechterlijke instantie.

Artikel 11: Eenieder is onschuldig, totdat diens schuld bewezen is en alleen schuldig te verklaren aan een handeling of verzuim dat op dat moment een strafrechterlijk vergrijp was. En ieder heeft recht op een rechtmatige straf.

Artikel 12: Niemand mag op willekeurige wijze de privacy van een ander schenden, diens huis binnendringen, of diens eer of goede naam aantasten. Iedereen heeft recht op bescherming daartegen door de wet.