Welvaart en Welzijn

Kinderrecht Artikel 3: Het belang van een kind moet voorop staan bij alle maatregelen die kinderen aangaan. De overheid bevordert het welzijn van het kind en houdt toezicht op zorgvoorzieningen en bescherming.

Kinderrecht Artikel 23: Een geestelijk of lichamelijk gehandicapt kind heeft recht op bijzondere zorg. De overheid waarborgt het recht op een waardig en zo zelfstandig mogelijk leven, waarbij het kind actief kan deelnemen aan de maatschappij. De overheid zorgt voor bijstand om de toegang tot onderwijs, recreatie en gezondheidszorg te verzekeren.

Kinderrecht Artikel 24: Het kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en zorgvoorzieningen. Extra aandacht is er voor vermindering van baby- en kindersterfte, voor eerstelijnsgezondheidszorg, voedsel en schoon drinkwater, zorg voor moeders voor en na bevalling en voor voorlichting over gezondheid, voeding, en hygiëne. De overheid zorgt ervoor dat traditionele gewoontes die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen worden afgeschaft.

Kinderrecht Artikel 26: Ieder kind heeft recht op voorzieningen voor sociale zekerheid. Nederland regelt dat via de ouders.

Kinderrecht Artikel 27: Ieder kind heeft recht op een levensstandaard die voldoende is voor diens lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de levensomstandigheden, maar de overheid helpt met bijstand en ondersteuning, zodat het kind op zijn minst voldoende eten, kleding en adequate huisvesting heeft.