Ontwikkeling en ontplooiing

Kinderrecht Artikel 6: Ieder kind heeft het recht op leven. De overheid waarborgt zoveel mogelijk het overleven en de ontwikkeling van het kind.

Kinderrecht Artikel 7: Het kind heeft bij geboorte recht op een naam, een nationaliteit en registratie. En het recht diens ouders te kennen en door hen verzorgd te worden.

Kinderrecht Artikel 28: Het kind heeft recht op onderwijs. Basisonderwijs is gratis en verplicht. Voortgezet- en beroepsonderwijs is toegankelijk. De overheid pakt vroegtijdig schooluitval aan. Handhaving van de discipline gebeurt menswaardig en overeenkomstig de kinderrechten. Internationale aanpak van analfabetisme is noodzakelijk.

Kinderrecht Artikel 29: Het kind heeft recht op onderwijs dat gericht is op ontplooiing, respect voor culturele identiteit, mensenrechten en de waarden van het eigen land en andere landen. Alsmede op vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid tussen geslachten, vriendschap tussen volken en groepen en respect voor het milieu. Iedereen is vrij om naar eigen inzicht een school op te richten met inachtneming van deze beginselen en van door de overheid vastgestelde minimumnormen voor scholen.

Kinderrecht Artikel 31: Het kind heeft recht op rust en vrije tijd, om te spelen en op recreatie en om deel te nemen aan kunst en cultuur. De overheid zorgt ervoor dat ieder kind gelijke kansen heeft dit recht te realiseren en bevordert recreatieve, artistieke en culturele voorzieningen voor kinderen.

Kinderrecht Artikel 32: Het kind heeft recht op bescherming tegen economische uitbuiting en tegen werk dat gevaarlijk en schadelijk is voor diens gezondheid en ontwikkeling, of de opvoeding hindert. De overheid moet een minimumleeftijd voor arbeid en aangepaste werktijden en arbeidsvoorwaarden vaststellen.